Het kan bijzonder lastig zijn om een hoofdpersoon te hebben, die is geïnspireerd op iemand uit je familie-, vrienden- of kennissenkring. Zelfs pijnlijk, als je deze persoon afschildert als een kwade genius. Als schrijver kun je eventuele problemen voor zijn, door voorin het boek te laten opnemen dat ‘elke gelijkenis met bestaande gebeurtenissen en/of personages op louter toeval berust’. Ik vraag me bij het lezen van die zin altijd af wie in de naaste omgeving van de schrijver zich in het verhaal herkent en wat dat betekent voor hun onderlinge relatie.
Hoe dat met ‘Het kleine huis in de Fazantlaan’ zit? Ik kan mijn familie, vrienden en kennissen geruststellen. Geen van jullie lijkt op een van de personages uit het boek. Mocht je je na die geruststelling afvragen hoe het zit met autobiografische elementen? Die zijn er, maar ze zijn verweven in de levens van mijn personages en niet een op een terug te voeren naar mij. Ik kan tenslotte niet in elk boek de hoofdpersoon zijn.
Merel uit ‘Het kleine huis aan de Fazantlaan’ al helemaal niet. De kans dat we, als ik haar in het echt zou tegenkomen, vriendinnen worden, is bijzonder klein. Er waren schrijfmomenten, waarop ik haar het liefst een schop onder haar kont had willen verkopen, maar ik moest me in haar blijven verplaatsen om haar persoonlijkheid recht te doen. Met Suze lag dat anders. Haar snap ik beter, al zou ik niet de hele tijd in haar schoenen willen staan.
Heb jij wel eens een boek gelezen, waarin jij de hoofdpersoon had kunnen zijn (zonder dat de schrijver jou persoonlijk kent)?
‘Het kleine huis aan de Fazantlaan’ verschijnt in september 2023 bij Uitgeverij Droomvallei.